Ik heb iets wat jij niet hebt

Spreker: Wilma Holleman

27 januari 2019

Video

Audio

In de eerste brief van Petrus staan aansporingen hoe wij getuigen kunnen zijn thuis, naar onze eigen familie en vrienden die niet geloven. Je niet verbonden kunnen voelen in Jezus met je eigen naaste familie en hechte vrienden doet pijn. We willen zo graag dat zij het ook gezien, dat Jezus leeft en dat zij geliefd zijn door God de Vader. Onze zorg gaat uit naar hun ongeloof. Daar is onze focus op gericht. Onbewust en onbedoeld leeft de gedachte in ons hart: ik heb iets wat jij niet hebt. Ik zou zo ontzettend graag willen dat jij ook hebt wat ik heb.
Petrus moedigt aan om onze familie niet met woorden proberen te overtuigen.
Drie aansporingen:
1 Petrus 3: 1-4 geen woorden maar daden
Richt je niet op het ongeloof van je familie, richt je op je eigen hart en wat daarin leeft en laat het door de Heer omvormen
1 Petrus 3: 9 verspreid zegen
Richt je niet op het kwaad van de ander, richt je op het goede van God
1 Petrus 3: 15-17 getuig met een zuiver geweten
Richt je niet op het ongeloof van de ander, richt je op wat je vertelt over je geloof als je ernaar gevraagd wordt, ervan bewust met welke innerlijke houding je dat doet en of je er zelf ook naar leeft.

We worden aangemoedigd onze focus te verleggen van het ongeloof van onze familie naar ons eigen hart en wat daarin leeft. Opdat zij door de wijze waarop wij leven en reageren overtuigd mogen worden dat Jezus leeft en Heer is van ons leven.