Belofte van trouw

Spreker: Wilma Holleman

11 november 2018

Video

Audio

In Deuteronomium 26 spreken het volk Israël en God, de Heer een wederzijdse belofte naar elkaar toe uit (vs 17-19). Het volk belooft te gehoorzamen aan de geboden en bepalingen van God en daarnaar te leven. God belooft dat zij zijn persoonlijk eigendom zullen zijn en dat ze daarvoor roem zullen ontvangen.
In dit hoofdstuk wordt heel kort samengevat wat het volk moet doen: de eerste vrucht van de oogst aan God geven en tienden aan de Levieten, vreemdelingen, weduwen en wezen geven zodat ook zij genoeg te eten hebben.
Maar ze moeten er ook iets bij zeggen. Ze moeten uitspreken dat God hen bevrijd heeft uit de onderdrukking in Egypte en hen het land van overvloed gegeven heeft. Ze moeten ook uitspreken dat ze geen gebod overtreden hebben en alles hebben gedaan wat de Heer hen heeft opgedragen. Pas daarna roepen ze de Heer aan om om aandacht aan hen te schenken en te zegenen (vs 15).
Draaien wij het niet heel vaak om? Wij roepen eerst de Heer aan en vragen zijn aandacht voor onze situatie. Daarna gaan we er aan denken dat ook wij gevraagd worden te doen wat de Heer ons vraagt. Als we er al denken, als we er tijd voor nemen, als we het belangrijk genoeg vinden…
Zo ziet samenwerking en loyaliteit naar elkaar toe er toch niet uit?